User:Angusmclellan/Constantijn II van Schotland
Constantijn of Constantín mac eda (voor 879–952) was de tweede koning van Alba, een land later bekent als Schotland. Het koninkrijk Alba omvat het noord-oostelijke deel der eiland Groot-Brittannië, noord van de Forth. Constantijn zijn grootvader Kenneth MacAlpin was koning van de Pikten vanaf de jaaren 840. Deze verandering van Piktland tot Alba, en van Pikten tot Schotten gebeurde in de leeftijd van Constantijn.
Zijn vader, Áed, volgde zijn onkel, de eerste Constantijn van zijn familie, op. Áed was koning maar een jaar wanneer in 878 Giric maakt hem dood en greep de kroon aan. Giric bleef koning omgeveer tien jaar. Constantijn zijn neef Donald kwam terug naar Schotland in 889, maar als hij maakt Giric dood ofwel als Giric al dood was is onbekent. In 900 Donald sneuvelte in een slag tegen Vikings in de beurt van Dunnottar en Constantijn wordt koning. Zijn heerschappij duurt minstens 42 jaar.
Tijdens zijn eerste jaaren vaalten de Vikings nog eens tegen de voormalige Piktland aan, maar in 904 in een groote slag waren zij laagte bij Constantijn en zijn leger neer. In een Ierse historie bestaadde een verhaal over deze slaag. Daarin leest man dat de Schotten hadden Columba gebidden
Constantijn (Constantín mac Áeda; verengelste Constantine II) (voor 879–952) was de tweede koning van Alba. Het koninkrijk van Alba, een naam die eerst in de levenstijd van Constantín verschijnt, was in noordelijke Groot-brittannië. De kern van het koninkrijk werd gevormd door de landen rond de Rivier Tay. Zijn zuidelijke limiet was de Rivier Forth, noordwaarts het verlengde tenminste naar de Mounth en misschien naar de Rivier Spey, terwijl zijn westelijke limieten zeer onzeker zijn. Cináed mac Ailpín (stierf 858), grootvader van Constantín, was het eerste van de familie registreerde als een koning, maar als koning van de Pikten. Deze verandering van titel, van koning van de Picts naar koning van Alba, is deel van een bredere transformatie van Piktenland en de oorsprongen van het Koninkrijk van Alba zijn naar de levenstijd van Constantín nagespoord.
Zijn bewind, zoals die van zijn voorgangers, werd door de acties van Viking heersers in Groot-brittannië en Ierland gedomineerd, bijzonder de Uí Ímair (kleinzonen van Ivar). Tijdens het bewind van Constantín de heersers van de zuidelijke koninkrijken van Wessex en Mercia, latere het koninkrijk van Engeland, verlengde hun autoriteit die noordwaarts tot de koninkrijk van Northumbrië. Aan eerst gealliërde met de zuidelijke heersers tegen de Vikings, Constantín kwam in tijd in conflict met hen. Koning Æthelstan was succesrijk van in vastleggen Constantín overgave in 927 de en 934, maar de twee vochten opnieuw toen Constantín, met zijn medewererkers, de Strathclyde Britten de Vikingen van Dublin, het koninkrijk van Æthelstan in 937, enkel verslagen worden aan de geweldige strijd van Brunanburh binnenviel. In 943 Constantín trad af naar het Céli Dé klooster van St Andrews waar hij in 952 stierf. Hij werd door Máel Coluim mac Domnaill, de zoon van zijn voorganger geslaagd.
Het bewind van Constantín van 43 jaren, die enkel door dat van Koning William voor de Unie van de Kronen in 1603 overschreden worden, is geloofd een definiërend gespeeld te hebben scheidt in de gaelicisation van Pictland waarin zijn steun van de Ierse Céli Dé kloosterhervormers een beduidende factor was. Tijdens zijn bewind de woorden "Schotten" en "Schotland" (Oude Engels: Scottas, Schotland) eerst worden gebruikt deel te betekenen waarvan nu Schotland is. Het vroegste bewijs voor de de kerkelijke en administratieve instellingen die duren zouden tot Davidian Revolutie ook nu verschijnt.
His reign, like those of his predecessors, was dominated by the actions of Viking rulers in Britain and Ireland, particularly the Uí Ímair or grandsons of Ímar. During Constantín's reign the rulers of the southern kingdoms of Wessex and Mercia, later the kingdom of England, extended their authority northwards into the disputed kingdoms of Northumbria. At first allied with the southern rulers against the Vikings, Constantín in time came into conflict with them. King Æthelstan was successful in securing Constantín's submission in 927 and 934, but the two again fought when Constantín, allied with the Strathclyde Britons and the Viking king of Dublin, invaded Æthelstan's kingdom in 937, only to be defeated at the great battle of Brunanburh. In 943 Constantín abdicated and retired to the Céli Dé monastery of St Andrews where he died in 952. He was succeeded by his predecessor's son Máel Coluim mac Domnaill.
Constantín's reign of 43 years, exceeded only by that of King William before the Union of the Crowns in 1603, is believed to have played a defining part in the gaelicisation of Pictland in which his patronage of the Irish Céli Dé monastic reformers was a significant factor. During his reign the words "Scots" and "Scotland" (Old English: Scottas, Scotland) are first used to mean part of what is now Scotland. The earliest evidence for the the ecclesiastical and administrative institutions which would last until Davidian Revolution also appears at this time.